De pakketbezorgers hadden er grote lol om, dat ze een matras mochten afleveren bij de familie Zeldenrust. Ze dachten dat we het vast heel goed konden gebruiken én dat hun grap heel origineel was. Ik lachte gezellig mee, gunde hen het plezier en het was gelijk een vrolijk prietpraatje bij zo’n kort contactmoment aan de deur.
Eenmaal terug in de kamer viel mijn oog op de grote letters op de zojuist geleverde doos. ‘I got your back!’ Ik glimlachte om deze prachtige zin die ik in dit verband leuk gekozen vond. In het Nederlands vertalen we het met: ‘ruggensteun’ of ‘ik sta achter je’, maar in het Engels vind ik de betekenis meer tot z’n recht komen. Alsof in die woorden wat meer commitment schuilt. Niet alleen maar om je even te ondersteunen op het moment dat je dreigt te vallen, maar een zeker weten dat er houvast is, ook zonder direct gevaar.
Toen ik mij tegen middernacht neervlijde op ons nieuwe matras was hij daar weer, die grote doos. Die had ik natuurlijk moeten opruimen. Geen zin meer in. Precies de zijde met de grote letters was naar mij gericht: I got your back.
Ineens raakte het me. Lag ik daar vorstelijk op mijn zachte matras. Maar van binnen stormde het, want vlak daarvoor had ik een pittige confrontatie met een van de pleegkinderen gehad. Eentje waarvan ik me achteraf realiseerde dat mijn aandeel niet de schoonheidsprijs verdiende. Dat ik me bijna liet verleiden de strijd in gezogen te worden. Ik had het strijdtoneel vroegtijdig verlaten en dat was voor mij de beste keus op dat moment. Maar het voelde niet goed. Ik had wel geluisterd maar de boodschap niet verstaan. Dat schijnt trouwens een issue te zijn bij kinderen in de jeugdzorg, zo blijkt uit het thema dat voor deze ‘Week van Het Vergeten Kind’ is gekozen. Dat snap ik wel.
Kwetsbare kinderen zijn soms moeilijk te verstaan. Daar is een lange adem voor nodig. En dus moet ik terug. Eerlijk vertellen dat de vijandigheid waarin de boodschap was verpakt mij zo van mijn sokken blies dat ik bijna omviel. En daardoor mijn redelijkheid niet meer binnen handbereik had. Daarmee miste ik de indringende vraag die er eigenlijk lag: ‘Wie is er echt voor mij, who’s got my back?’
Ten diepste is die vraag natuurlijk niet aan mij gericht, maar ik ben voor nu de schietschijf voor de pijlen van de opgelopen pijn. Er zijn twee mensen aansprakelijk voor dit onvervulde verlangen. Ze heten papa en mama. Daar komt het uiteindelijk altijd bij terug.
Jeugdzorg is er voor de passende herstelwerkzaamheden aan dat systeem.
Deze column is door Anita geschreven voor het Nederlands Dagblad van 30 jan '24
Comments