Bij haar bezoek in Denemarken is minister Faber gevoed in de overtuiging dat asielzoekers duidelijkheid nodig hebben. Dat schijnt daar goed te werken. Mensen willen toch graag weten waar ze aan toe zijn en in feite erkent ze hiermee dat asielzoekers ook mensen zijn.
Tot zover het goede nieuws. De uitwerking ervan is minder geruststellend. Ze bedacht een bord voor alle asielzoekerscentra met de tekst: ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’.
Nu weet ik dat minister Faber bij mij in het dorp woont en ik zou haar graag eens uitnodigen in ons gezinshuis. De kinderen en jongvolwassenen die hier wonen willen hier eigenlijk niet zijn, maar willen ook niet weg. Niemand wil zijn thuis opgeven, tenzij je er niet thuis kunt zijn.
Het oude achterlaten
Eigenlijk zijn het net asielzoekers, op zoek naar een plek van veiligheid en rust. Ze zijn voortdurend in een innerlijk conflict met hun loyaliteit aan waar ze vandaan komen, en zoeken met hulp van ons een thuisplek in het leven.
Asielzoekers worden in een passieve gast-modus geplaatst en de AZC-medewerkers krijgen het drukker dan ooit.
Soms komen ze hier binnen met de vaste overtuiging dat al het oude heeft afgedaan en het nieuwe leven kan beginnen. Met de aansteker in de hand om alle schepen achter zich te verbranden. Maar al snel dringt het oude zich aan hen op. In nachtmerries, slapeloosheid, onrust of depressie. Het is niet onzichtbaar te maken, het reist altijd mee.
Je kunt pas thuiskomen als je geen gast hoeft te zijn. En daar heeft de minister naar mijn idee een bord voor de kop. Wie worden hier aan het werk gezet? Niet de asielzoekers. Zij worden in een passieve gast-modus geplaatst en de AZC-medewerkers krijgen het drukker dan ooit.
Gastlidmaatschappen
En wat doen mensen die te gast zijn? Die zijn op bezoek, gaan leunen, laten zich verzorgen en voelen zich niet verplicht om verantwoordelijkheid te nemen. Kijk maar naar verenigingen en kerken, waar gastlidmaatschappen bestaan. Die zijn er voor de lusten, zonder de lasten. Omdat ze zich geen eigenaar voelen.
Onlangs gingen wij een weekendje weg en lieten twee pleegkinderen in huis achter. We gaven ze genoeg geld voor hun eten en vertelden hen dat we er in geloofden dat zij het eigenaarschap konden dragen door op elkaar en op het huis te passen. Toegegeven, ik vond dat best spannend.
Toen wij zondagavond thuiskwamen was de keuken schoon, de vloer geveegd en zelfs een was gedraaid. Dat hadden we niet gevraagd. Maar ze vonden het logisch. ‘Hier werk je mee aan je thuiskomst’ lijkt me een beter opschrift. Waar dat thuis ook mag zijn.
Deze column van Anita is gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 8 okt '24
Comments