Voor ouders met schoolgaande kinderen is school een zegen. Sinds de leerplichtwet moeten ouders het opeens zo’n zes à zeven uur per dag zonder hun lieftallige kroost doen. Aangezien we onze huishoudelijke taken inmiddels zo geautomatiseerd hebben dat we daar geen zes uur per dag meer mee bezig zijn, zijn we onze uurtjes gaan opvullen met andere bezigheden. (Betaald) werk buiten de deur bijvoorbeeld. Daarmee gingen we verplichtingen aan, die dan weer zo verplichtend zijn geworden dat er een probleem ontstaat als de kinderen opeens geen school hebben. Zoals nu. In een gezinshuis werkt dat een beetje anders. Daar zijn de gezinshuisouders thuis als de kinderen naar school zijn. Áls ze al naar school zijn, want er zijn veel gezinshuizen met een of meer kinderen voor wie het volgen van onderwijs (tijdelijk) niet lukt. Die zitten dus alle dagen in een soort coronatijdperk. Gezinshuisouders gebruiken de schooltijden van de kinderen om even op adem te komen, voor afspraken met hulpverleners of instanties, voor administratieve werkzaamheden, mails, ontwikkelplannen en logboeken, werkoverleg, nascholing, intervisie en huishoudelijk werk etc. In onze specifieke situatie zijn onze drie uitwonende, studerende kinderen thuisgekomen om hier de komende weken te kunnen zijn. De studentenkamers zijn nu zo stil, alle sociale activiteiten zijn stopgezet. Maar meer nog: hun onmisbare bijbaantjes in de horeca/dienstverlening zijn ook opgeschort. Dus die prikken hier een vorkje mee. Dat betekent wel dat we nu fulltime met tien personen in huis zitten. De gezinshuiskinderen reageren verschillend op de nieuwe maatregelen. Een van de kinderen gaat al nooit naar school, dus die moet er aan wennen dat we nu steeds met z’n allen thuis zijn. De ander kan de spanning en onzekerheid nauwelijks aan en wordt daar erg druk van. Voor ons als gezinshuisouders zijn schooltijden de enige rustmomenten op een dag. Nu die wegvallen is dat hard werken om ieder tevreden én bezig te houden. Gelukkig komt mijn ervaring als leerkracht daarbij nu goed van pas. Ik ben enthousiast begonnen met een dagstructuur waarin vrije tijd, schoolwerk en bewegen worden afgewisseld. ’s Ochtends maken we samen of alleen een wandeling buiten - Goddank voor het mooie weer! - en gaan daarna aan het werk voor school. Met vaste pauzes voor eten en drinken doen we ter afwisseling ook een uur wat huishoudelijke klussen samen. De kinderen kunnen daar geld mee verdienen als ze goed meedoen. Twee euro, waarvan een euro in de gezamenlijke coronaspaarpot komt. Daar kiezen we dan samen een goede bestemming voor. De grootste uitdaging voor mij is nu zelf consequent te zijn in de handhaving hiervan. Niet mijn allersterkste kant, maar we doen ons best, want het scenario van een dagelijks ontplofte keuken door allerlei wisselende eet- en slaaptijden, probeer ik nu uit alle macht te voorkomen. We kiezen dus voor rust, reinheid, regelmaat, en heel veel vitamine C en D!
Anita
Bijdrage verschenen in het Nederlands Dagblad van 18 maart 2020. https://www.nd.nl/opinie/opinie/960810/met-tien-man-in-n-huis
Comments